Een gedicht kan op een krachtige manier overbrengen wat pesten doet met een persoon. Voor sommige mensen is het schrijven van een gedicht een uitlaatklep, waardoor zij zich beter gaan voelen. Hieronder staan enkele gedichten over pesten. Zelf een gedicht insturen? Dat kan ook op deze pagina.
De ander
Tien paar ogen, om mij heen
Allemaal naar mij, niet blij, wel gemeen
Monden die bewegen en dingen roepen naar één iemand
Woorden die pijn doen, ze duwen me over de rand
Eeuwig pesten
Pesten het ergste word in mijn leven
Kan niemand mij liefde geven
Ik weet het nog precies
Wat ik toen had geleden
En ik zei stop en ze bleven maar schreeuwen
Dit bestaat echt 100 eeuwen
‘Hou op! Stop!’
Daar staat hij ineens, voor de ogen, voor mij
Het is over, de ogen verdwijnen, twee per keer
De pijn verdwijnt, het doet niet meer zeer
Verdriet dat niemand meer ziet
Niet omdat het verborgen is, wel omdat het verdwenen is
Allemaal dankzij die held, die held die het anderen vertelt
Pesten is zwak, zwakkelingen verdienen geen aandacht
Zij die niet pesten, hebben de macht
Ze stelen van me
Iedere dag weer
Vol goede moed starten
Toch doen ze me weer zeer
Moeten ze me weer tarten
Moeten ze mijn blijdschap stelen
Niet alleen, altijd met velen
Houd ik zelf helemaal niks meer
Dag na dag, iedere keer weer
Waarom ik, waarom alleen bij mij
Waarom ik, ben ik anders dan zij?
Waarom ik, wil je dat ik wegglijd?
De diepte in? Ben je dan blij?
Ik weet niet waarom
Daar loopt ze alleen
Zo mooi, zo bijzonder
Bij haar thuis nooit gedonder
Sierlijk, van top tot teen
Had ik maar dat wat zij had..
Had ik maar wat zij had..
Had ik maar..
‘Hé jij! Jij bent echt lelijk!’
Ik hoor het mezelf roepen
Waarom?
Normaal
Was ik maar gewoon normaal
Was ik maar doorsnee
Was ik maar zoals zij
Maar ik vind het zo leuk
Maar altijd liggen zij in een deuk
Worden ze ineens heel gemeen
Voel ik me direct zo alleen
Was ik maar gewoon
Viel ik maar niet op
Dan kreeg ik nooit een schop
Was ik maar hun kloon
Dan zouden ze me wel mogen
Dan had ik nooit tegen ze gelogen
Had ik niet alsof hoeven doen
Kreeg ik geen schop, maar een zoen
Dan was ik zoals zij zijn
Had ik niet langer deze pijn
Fictieve realiteit
Het gevoel van verdrinken in de realiteit. Het gevoel van pijn, en het gevoel van spijt. De dagen dat ik volslagen verslagen mij liep af te vragen, waarom mijn argwaan naar mijn bestaan is ontstaan. Waarom de maatschappij mij afschilderde als een mislukkeling. Waarom was ik niet mij? waarom verzweeg ik mijn pijn en verzweeg ik hoe het voelde om alleen te zijn. De radicale opmerkingen over mijn persoonlijkheid waren een verwijt, omdat ik niet paste in hun hedendaagse tijd. En dan kwam ik weer een strijd met een onoverwinnelijke vorm van arrogantie, hun noemden dat het anti pest beleid. Ik noemde het een fictieve vorm van begrip en spijt.
Heb jezelf een gedicht dat je graag wilt delen? Gebruik dit formulier.